Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordOnlangs zijn enkele (detail)wijzigingen in de GLB-regeling doorgevoerd. Het gaat om aanpassingen of toevoegingen bij enkele eco-activiteiten. Daarnaast is een verduidelijking opgenomen hoe om te gaan met vrijgestelde percelen binnen de gewasrotatie-eis (GLMC 7).
Met de wijziging van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 zijn aanpassingen of toevoegingen bij enkele eco-activiteiten en GLMC 7 doorgevoerd. Over een deel van de wijzigingen hebben we eerder berichten geschreven. In dit bericht zijn enkele andere wijzigingen opgenomen. De uitwerking van de eco-activiteiten blijft veelal gelijk.
De eco-activiteit ‘Kruidenrijk grasland’ kan nu ook op grasstroken tussen boomkwekerijgewassen worden toegepast. Dit was al toegestaan op grasstroken tussen fruitbomen of -struiken. Hiervoor gelden dezelfde aanvullende voorwaarden.
Naast de algemene voorwaarden voor de eco-activiteit ‘Kruidenrijk grasland’, geldt voor de grasstroken tussen boomkwekerijgewassen ook de aanvullende voorwaarde dat op minimaal 30% van de oppervlakte van de grasstroken kruiden en vlinderbloemigen worden geteeld. Als aan deze voorwaarde wordt voldaan kan het gehele perceel boomkwekerijgewassen meetellen voor deze eco-activiteit.
Bij de eco-activiteiten ‘Precisiebemesting’ en ‘precisiegewasbescherming’ is verduidelijkt dat de betreffende activiteiten uitgevoerd moeten worden gedurende de hoofdteelt in het aanvraagjaar.
Bij de eco-activiteiten ‘Kruidenrijke bufferstrook langs bouwland of blijvende teelt’ en ‘Kruidenrijke bufferstrook langs grasland’ is ‘kruidenrijke voedergewassen’ vervangen door ‘kruiden’. De voorwaarde wordt daardoor dat de bedekking voor minimaal 25% bestaat uit ‘duidelijk zichtbare kruiden en vlinderbloemigen’.
RVO heeft aangegeven dat op een kruidenrijke bufferstrook zowel kruiden als vlinderbloemigen moeten voorkomen. De onderlinge verhouding is niet van belang, als in totaal maar aan de 25% bedekking wordt voldaan en de gewassen gelijkmatig verspreid zijn. Een bedekking (minimaal 25%) met alleen kruiden of alleen vlinderbloemigen is niet toegestaan.
Ook bij de eco-activiteit ‘Kruidenrijk grasland’ geldt dat de bedekking uit zowel kruidachtige voedergewassen als vlinderbloemigen moet bestaan.
Eén van de eisen t.a.v. de gewasrotatie is dat op minimaal 1/3 van het bouwland een ander gewas wordt geteeld dan het voorgaande jaar of, onder voorwaarden, een volgteelt. Met de wijziging van de GLB-regeling is aangegeven dat voor het totaal areaal bouwland ook de vrijgestelde percelen meetellen. Vrijgestelde percelen zijn percelen bouwland met:
Bovenstaande percelen tellen mee bij het totaal areaal bouwland, maar tellen tevens mee als invulling van de 1/3e eis.
Bron: Component Agro
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!