Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Wilt u berekenen hoeveel fosfaatrechten u in 2018 krijgt? Hiervoor heeft u uw dieraantallen nodig van 2 juli 2015 en moet u bepalen in welke mate uw bedrijf in 2015 grondgebonden was. LET OP: de berekening is op onderdelen afwijkend van het fosfaatreductieplan.
Voor de berekening van het aantal fosfaatrechten moet u uitgaan van uw aantal dieren op 2 juli 2015. Het gaat hier, in tegenstelling tot het fosfaatreductieplan, alleen om de diercategorieën 100, 101 en 102. U kunt deze aantallen raadplegen via de site van RVO.
Normaal gesproken worden dieren, die op een betreffende datum zijn afgevoerd, niet meegeteld. Voor het fosfaatrechtenstelsel is hiervoor een uitzondering gemaakt. Ook alle dieren die op 2 juli 2015 zijn afgevoerd naar de slacht of wegens sterfte tellen mee. Ook dit is afwijkend van het fosfaatreductieplan.
Door het aantal dieren op 2 juli 2015 te vermenigvuldigen met de forfaitaire normen kunt u berekenen hoeveel fosfaatrechten u krijgt. Voor de berekening van de forfaitaire norm per melkkoe moet u uitgaan van de gemiddelde melkproductie over het gehele jaar 2015. Hiervoor heeft u de totale melkproductie en het gemiddeld aantal melkkoeien in 2015 nodig.
Niet-grondgebonden bedrijven (peiljaar 2015) krijgen te maken met een generieke korting. Uw bedrijf was in 2015 grondgebonden, indien uw fosfaatproductie van de diercategorieën 100, 101 en 102 over het gehele jaar 2015 gelijk of lager was dan uw totale fosfaatruimte in 2015. Hiervoor heeft u dus uw gemiddelde aantallen dieren nodig over het gehele jaar 2015.
Niet-grondgebonden bedrijven krijgen een korting van maximaal 8,3%. Uw korting is lager, indien u in 2015 een beperkt overschot had. Het aantal fosfaatrechten dat u dan krijgt, is nooit lager dan uw fosfaatruimte in 2015.
De grondgebondenheidsberekening is voor de fosfaatrechten anders dan voor het fosfaatreductieplan. Naast andere diercategorieën moet u voor de fosfaatrechten altijd uitgaan van de daadwerkelijke (forfaitaire) productie van de melkkoeien en mag u niet uitgaan van één vaste norm per melkkoe.
Bron: Component Agro
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!