Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Bedrijven die in 2015 grondgebonden waren, krijgen in het fosfaatreductieplan niet te maken met 4% korting op hun referentieaantal. Voor het bepalen van de grondgebondenheid kunnen nu twee verschillende berekeningen voor de productie van uw melkvee worden gebruikt.
In de oorspronkelijke regeling werd voor de fosfaatproductie per koe (rund tenminste één keer gekalfd) een standaardnorm van 41,3 kg fosfaat gehanteerd. Deze norm is onafhankelijk van de melkproductie. Hierdoor worden bedrijven met een lage melkproductie benadeeld.
Onlangs is een extra berekeningsmethode toegevoegd. In de berekening wordt wel uitgegaan van de melkproductie per koe net zoals wordt toegepast bij de gebruiksnormenberekening. Voor bedrijven met een gemiddelde melkproductie lager dan 8.125 kg melk per koe komt deze berekening gunstiger uit.
De BEX-productie van 2015 mag niet worden gebruikt om te bepalen of een bedrijf grondgebonden is of niet.
Voor het bepalen van de grondgebondenheid wordt uitgegaan van de meest gunstige fosfaatproductie. Er is aangegeven dat dit automatisch door de zuivelonderneming en RVO wordt berekend.
Bron: Component Agro
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!