Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Per 1 maart is het fosfaatreductieplan in werking getreden. Over deze maand worden echter nog geen heffingen opgelegd. Wel over de maand april. Het gemiddeld aantal dieren over de maand april is hiervoor leidend.
Bent u een melkproducerend bedrijf? Wanneer u niet voldoet aan uw doelstellingsaantal (aantal dieren op 1 oktober 2016 minus het verminderingspercentage) krijgt u een hoge heffing opgelegd. Deze heffing is € 240 voor elke GVE die u teveel houdt. Let op: deze heffing wordt opgelegd t.o.v. uw referentieaantal (2 juli 2015), waardoor de heffing zeer hoog kan uitvallen.
Over de maand maart (eerste periode) wordt geen heffing opgelegd voor melkproducerende bedrijven. De heffing is daarom in april twee keer zo hoog (€ 480).
Als niet-melkproducerend bedrijf krijgt u een heffing opgelegd van € 480 per teveel gehouden GVE t.o.v. uw referentie (aantal dieren op 15 december 2016). De heffing wordt altijd alleen berekend over de tweede maand van iedere periode. Vandaar het hogere bedrag.
Gezien de hoogte van de heffing is het voor de meeste bedrijven niet rendabel om bewust te kiezen voor een heffing. Belangrijk is daarom om op tijd aan uw reductieverplichting te voldoen. Dit houdt in, dat uw gemiddelde aantal dieren in april niet te hoog moet zijn. Praktisch gezien betekent dit, dat u op 1 april uw veestapel op het juiste niveau moet hebben.
Bron: Component Agro
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!