Wij maken gebruik van cookies

Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.

Ik ga akkoord
Gecombineerde opgave 2025
maandag 10 maart 2025

Gecombineerde opgave 2025

Bedrijven kunnen de Gecombineerde opgave 2025 (GO) t/m 15 mei indienen. Dit is ook de uiterste datum voor het aanvragen van GLB-subsidies en het opgeven van eco-activiteiten. De GLB-aanmelding is vervallen. Voor dit jaar vergen met name de invoer van huisvestingssystemen per UBN en de opgave van de mestopslagcapaciteit extra aandacht. In dit bericht gaan we in op enkele algemene zaken en vervolgens op de wijzigingen t.o.v. de GO 2024.

Gecombineerde opgave 2025

De indieningsperiode voor de Gecombineerde opgave loopt t/m 15 mei 2025.

Met de GO moeten bedrijven (perceels)gegevens opgeven t.a.v. onder andere de Landbouwtelling, de ‘Meststoffenwet’ en het ‘GLB’.

Voorbereiding

Op de site van RVO staat hoe een bedrijf zich kan voorbereiden op het invullen van de GO 2025.

Subsidies

In de GO 2025 kan een bedrijf de volgende subsidies aanvragen:

  • Eco-regeling.
  • Toeslag Jonge landbouwers.
  • Behoud van zeldzame landbouwhuisdieren.
  • Brede weersverzekering.

Verzekeraars Brede weersverzekering

Bij de subsidie ‘Brede weersverzekering’ kan alleen voor de volgende verzekeraars worden gekozen:

  • Vereinigte Hagel.

Actief landbouwer en accountantsverklaring

Om voor bovengenoemde subsidies (m.u.v. ‘Diergezondheidsfonds’) in aanmerking te komen, moet het bedrijf voldoen aan de definitie van ‘actief landbouwer’. Zie voor meer informatie ons Themabericht Actief landbouwer GLB.

Aanmelding GLB-subsidies vervallen

In de GO van 2023 en 2024 konden bedrijven zich middels de GO aanmelden voor GLB-subsidies. De definitieve aanvraag volgde in het najaar. Vanaf 2025 is de aanmelding vervallen. Bedrijven kunnen de GLB-subsidies direct aanvragen middels de GO. Zie voor meer informatie ons bericht Vanaf 2025 GLB-aanvraag via GO, geen aanmelding vooraf.

Wijzigingen GO

In de GO zijn bij verschillende onderdelen wijzigingen doorgevoerd t.o.v. de GO 2024. Vooral de vragen t.a.v. van de huisvestingssystemen per UBN (onderdeel ‘Dieren’) en de opgave van de mestopslagcapaciteit (onderdeel ‘Mest’) vergen extra aandacht.

Zie ook de site van RVO: ‘Veranderingen Gecombineerde opgave 2025’.

Dieren

Bij het onderdeel ‘Dieren’ gelden onderstaande wijzigingen.

Huisvesting per UBN

Ook dit jaar moeten de aanwezige huisvestingssysteem worden doorgegeven. T/m 2024 moest per stal het huisvestingssysteem uit de ‘Rav-lijst’ worden doorgegeven. Vanaf 2024 zijn de huisvestingssystemen opgenomen in de Omgevingswet (OW). Hierdoor zijn de ‘Rav-codes vervangen door ‘OW-codes’. Ook de opbouw van de tabel met huisvestingssystemen is gewijzigd. Om deze redenen kan RVO de GO niet voorinvullen voor wat betreft de huisvestingssystemen per UBN. Iedere aanvrager moet dit jaar zelf de betreffende huisvestingssystemen in de GO invullen op basis van ‘OW-codes’.

Zie voor de ‘Conversietabel OW- naar Rav-code’ de site van Informatiepunt Leefomgeving.

Diersoorten

Het opgeven van huisvestingssystemen geldt bij het houden van rundvee, varkens, kippen, kalkoenen, geiten en eenden.

Stalstrooisel Rundvee

De hoeveelheid stalstrooisel voor rundvee kunt u dit jaar opgeven in m3 of in kilogrammen. In 2024 kon dit alleen in m3.

Rauwe melk en room

Bedrijven die op het bedrijf geproduceerde rauwe melk en/of room verkopen aan consumenten en/of aan winkels in de eigen of naastgelegen gemeenten, moeten dit melden in de GO.

Geen opgave hobbymatig gehouden varkens

In de GO hoeven hobbymatig gehouden varkens niet meer opgegeven te worden.

Grond

De eis ‘4%-Niet productief areaal’ (NPA) is vervallen. De vragen over NPA zijn daardoor uit de GO verwijderd.

Bij het onderdeel ‘Grond’ wordt gevraagd of op het bedrijf ‘Agroforestry’ wordt toegepast. Zo ja, dan moet bij het betreffende perceel de teeltmethode worden opgegeven.

Percelen

De volgende zaken zijn aangepast:

  • Als een ‘Agrarisch natuurmengsel’ (1926) wordt ingezet als rustgewas, dan moet het bedrijf verklaren dat minimaal 2/3 van het mengsel bestaat uit toegestane rustgewassen.
  • Bij de teelt van meerdere nateelten moet de eerste en de laatste nateelt worden opgegeven.
  • Bij ‘Nateelt’ kan nadrukkelijker worden aangeven of de nateelt een winterteelt is, die volgend jaar de hoofdteelt is.
  • Bij de teelt van notenbomen moeten de soort noten (hazelnoten, walnoten en/of overige noten) en de oppervlakte per soort worden opgegeven.

Wijzigingen gewassen

De volgende gewassen zijn toegevoegd aan de gewassenlijst:

  • 7134 Riet in water, anders dan in subsidiabele sloot.
  • 7135 Riet in subsidiabele sloot.
  • 7137 Bonen, overig
  • 7138 Palmkool

Onderstaande gewassen zijn vervallen:

  • 2638 Landschapselementen overig.
  • 7128 Rietkraag/rietzoom.

Bufferstroken

In de GO kunt u niet meer opgeven dat u het oneens bent met bepaalde bufferstroken, omdat (volgens het bedrijf) het type waterloop onjuist is.

Het bedrijf kan dit alleen opgeven in ‘Mijn percelen’ (‘stip zetten’, met reden).

Fosfaatdifferentiatie

Per perceel wordt de vraag gesteld of het perceel aangemeld moet worden voor de fosfaatdifferentiatie. Deze vraag moet verplicht met ‘Ja’ of ‘Nee’ worden beantwoord.

Vanaf dit jaar kan alleen de combinatie ‘PAL’ en ‘P-CaCL2’ worden opgegeven. Alleen ‘Pw’ of ‘PAL’ is niet meer toegestaan.

Mest

Bij het onderdeel ‘Mest’ moet de opslagcapaciteit dierlijke mest worden opgegeven. Als mestopslag aanwezig is in de periode augustus t/m februari, dan moeten de volgende zaken worden aangegeven:

  • Welke mestopslag op het bedrijf mogelijk is.
  • Opslagcapaciteit per mestsoort. En of de mestopslag zich in/onder de stal bevindt of buiten de stal.
    • Als drijfmest buiten de stal wordt opgeslagen moet ook worden aangegeven of dit in een foliebassin of overige opslag (zoals mestsilo) gebeurt.
  • Wel of geen afdekking bij buitenopslag. Dit moet per mestsoort worden opgegeven.

De ingevulde gegevens kunnen gebruikt worden voor beleidsdoeleinden of bij de controle van de ‘Aanvullende gegevens’. Hierbij kan RVO nagaan of de opgegeven mestvoorraden passen binnen de mestopslagcapaciteit.

Controles

In de perceelsregistratie en in de GO zijn bij verschillende onderdelen diverse controles ingebouwd. Daarnaast worden diverse overzichten getoond. Voor het onderdeel ‘Mest’ zijn in het overzicht o.a. de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • Bij ieder perceel is, naast het gewas, ook de grondsoort vermeld.
  • Bij de teelt van vanggewassen op zand- en lössgrond wordt in het overzicht aangegeven of een korting op de stikstofgebruiksnorm 2026 van toepassing is. Per inzaaiperiode wordt het aantal percelen met of zonder de korting getoond, evenals de hoogte van de N-korting en de oppervlakte die het betreft. Dit overzicht wordt gebaseerd op de opgegeven inzaaidatums van de vanggewassen.
  • Heeft het bedrijf percelen in een NV-gebied? Dan wordt in het overzicht per gewascode, de oppervlakte in het NV-gebied en het aantal percelen met een korting van 20% op de stikstofgebruiksnorm weergegeven.

Overzicht percelen in CSV-bestand

Dit jaar kan een overzicht van de percelen, met de ingevulde gegevens, geëxporteerd worden naar een CSV-bestand. Dit CSV-bestand kan vervolgens in Excel worden ingelezen. In Excel zijn diverse filter- en selecteeropties mogelijk, waarmee de aanvrager de ingevulde gegevens makkelijker kan controleren.

Meer informatie

Zie voor meer informatie:

Bron: Component Agro

Certificaten

Adviesgesprek? Maak een afspraak of bel ons direct via 0546 549 530 bereikbaar tot 18:00
Evert Kremer staat u graag te woord
Menu
0546 549 530 info@bilanx.nl
Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×