Wij maken gebruik van cookies

Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.

Ik ga akkoord
Ik heb minder of geen werk voor mijn personeel
maandag 1 juni 2020

Dit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.

Ik heb minder of geen werk voor mijn personeel

Graag zetten wij de belangrijkste informatie over NOW2.0 voor u op een rij:

De tegemoetkoming NOW 1.0 geldt als gedurende een aaneensluitende periode van drie maanden in het tijdsbestek 1 maart tot en met 31 juli sprake is van een omzetverlies van ten minste 20%. Onder NOW 2.0 geldt de tegemoetkoming voor de loonkosten over juni tot en met september. Of in de periode sprake is van een loonsomdaling, hetgeen van belang is voor de definitieve vaststelling van de subsidie, wordt daarbij afgemeten aan de loonsom over maart, met peildatum de UWV-administratie per 15 mei. Werkgevers kunnen na een beroep op NOW 1.0 een beroep doen op NOW 2.0, maar ook is het mogelijk een beroep te doen op NOW 2.0 als geen eerder beroep op NOW 1.0 is gedaan.

Voor NOW 2.0, die loopt over de periode juni tot en met september, geldt eveneens dat het omzetverlies ten minste 20% dient te zijn. De aanvragen voor NOW 2.0 zullen worden opengesteld per vermoedelijk 6 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020. Waar voor de toepassing van NOW 1.0 de relevante omzetdaling wordt bepaald over een aaneengesloten periode van drie maanden die moet aanvangen op 1 maart, 1 april of 1 mei, geldt voor NOW 2.0 dat de omzetdaling wordt berekend over een periode van vier maanden waarvan de startdatum ligt op 1 juni, 1 juli, 1 augustus of 1 september 2020. Als gebruik is gemaakt van NOW 1.0, dient de meetperiode voor het omzetverlies aan te sluiten op de meetperiode die is gekozen voor NOW 1.0.

De NOW regeling geldt alleen voor verzekeringsplichtige werknemers voor hun loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. De regeling geldt zowel voor werknemers met een contract voor onbepaalde tijd als werknemers met een contract voor bepaalde tijd en zowel voor werknemers met een flexibel als een vast contract. De voor de werknemersverzekeringen niet verzekerde dga valt niet onder de regeling. Omdat een koppeling is aangebracht met verzekeringsplicht, zijn behalve de dga ook andere, niet verzekerde werknemers (bijvoorbeeld oudere werknemers) van de regeling uitgesloten. Dit geldt ook voor de partner van de dga die niet is verzekerd.

De hoogte van de tegemoetkoming van NOW 2.0 is afhankelijk van de mate van omzetverlies en bedraagt maximaal 90% van de loonsom over maart als sprake is van een omzetdaling met 100%. De omzetdaling wordt berekend over de periode juni, juli en augustus. De uitkering wordt verhoogd met 40% ter compensatie van pensioenlasten en sociale lasten. Loon uit vroegere dienstbetrekking telt niet mee in de grondslag voor de berekening van de subsidie. Ook kostenvergoedingen, waaronder bijvoorbeeld de 40%-vergoeding voor ingekomen of uitgezonden personeel, behoren niet tot de grondslag waarover de subsidie wordt berekend.

Na de aanvraag wordt een voorschot uitbetaald op grond van in principe tweemaal de loonsom in maart 2020. De werkgever dient na de aanvraag van de subsidie weer om een definitieve vaststelling te vragen. Die definitieve vaststelling wordt in principe gebaseerd op de feitelijke omzetdaling in de bij de aanvraag gekozen meetperiode en de loonsom over maart 2020, rekening houdend met de daling daarvan in de periode juni tot en met september 2020. Bij de definitieve vaststelling kan blijken dat de werkgever een bedrag bijbetaald krijgt of dient terug te betalen Met name bij een lagere loonsom of als sprake is van ontslag om bedrijfseconomische redenen, kan bij de definitieve vaststelling blijken dat een terugbetaling aan de orde komt. In die gevallen is namelijk voorzien in een meer dan evenredige terugname van de omvang van de subsidie.

In de periode waarover de tegemoetkoming NOW 2.0 wordt ontvangen, mogen werknemers weliswaar om bedrijfseconomische redenen worden ontslagen, maar dat leidt dan wel tot een meer dan evenredige vermindering van de NOW-subsidie. In bepaalde omstandigheden kan bij bedrijfseconomisch ontslag een boete gelden van 5% van de loonsom. Indien de loonsom over de periode juni tot en met september lager is dan viermaal de loonsom over maart, wordt de subsidie meer dan evenredig verminderd. Dit is expliciet beoogd door de regelgever. Bij ontslag om bedrijfseconomische reden is de meer dan evenredige vermindering het grootst.

Op de werkgever rust een inspanningsverplichting om de loonsom zo veel mogelijk gelijk te houden. Een harde eis is dit echter niet. Wel leidt een verlaging van de loonsom tot een meer dan evenredige vermindering van de subsidie. (NB Een hogere loonsom in de periode juni tot en met september leidt niet tot een hogere subsidie, omdat de loonsom in maart bepalend is voor de maximale hoogte van de subsidie.)

Het is mogelijk dat werkgevers een dergelijk omzetverlies lijden, maar desondanks niet in financiële of liquiditeitsproblemen komen omdat zij over ruimschoots voldoende vermogen beschikken. In dat geval is de vraag of recht bestaat op de regeling. De tekst van de regeling is over dit laatste niet duidelijk. De toelichting is daarover op onderdelen tegenstrijdig. In ieder geval is in die omstandigheden op grond van het doel van de regeling een uitkering niet voor de hand liggend.

Voor aanvragen met een voorschot van € 100.000 of bij definitieve subsidies van € 125.000 of meer, is een accountantsverklaring vereist. Voor de toetsing aan die bedragen wordt niet uitgegaan van de aanvraag per loonheffingennummer, maar van de totale subsidie die het concern ontvangt. Bedrijven die op grond van artikel 6a van de regeling gebruikmaken van de mogelijkheid om de omzetdaling op werkmaatschappijniveau te bepalen, zullen op grond van artikel 14 lid 3 van de subsidieregeling altijd een accountantsverklaring moeten overleggen. Daarnaast zal – als geen accountantsverklaring overgelegd hoeft te worden – bij het verzoek om vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de € 20.000 of een vaststellingsbedrag boven de € 25.000,-, een verklaring van een derde overgelegd moeten worden die de omzetdaling bevestigt. Dit zal Bilanx voor u verzorgen/regelen. De Belastingdienst vraagt een dergelijke derdenverklaring ook bij uitstel van betaling bij bijzondere omstandigheden.

Veel gestelde vragen over deze regeling zijn te vinden op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-per-onderwerp/financiele-regelingen/now.

Jorieke Bakelaar
Jorieke Bakelaar HR Specialist

Meer over Jorieke
Specialisten Ik heb minder of geen werk voor mijn personeel

Certificaten

Adviesgesprek? Maak een afspraak of bel ons direct via 0546 549 530bereikbaar tot 18:00
Evert Kremer staat u graag te woord
Menu
0546 549 530 info@bilanx.nl
Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×