Wij maken gebruik van cookies

Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.

Ik ga akkoord
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
dinsdag 17 december 2024

Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen

Op basis van de landelijke ‘Regeling provinciale gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties’ kunnen provincies een provinciale subsidieregeling openstellen voor het (gedeeltelijk) beëindigen van veehouderijen. De subsidie is bedoeld voor veehouderijen in bepaalde veenweidegebieden, op zandgronden, langs beekdalen of rondom Natura 2000-gebieden. De subsidie bedraagt 100% voor het waardeverlies van de productiecapaciteit, het inleveren van dierrechten en voor overige subsidiabele kosten. Er geldt een drempelwaarde voor de verplichte  ammoniakemissiereductie.

Algemeen

De overheid stelt een bepaald budget beschikbaar voor provinciale opkoopregelingen. Provincies die gebruik willen maken van dit budget moeten zich houden aan de voorwaarden van de ‘Regeling provinciale gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties’ (Rpgb). De provinciale opkoopregelingen op basis het Rpgb zijn een aanvulling op de landelijke opkoopregelingen, zoals Lbv, Lbv-plus, Lbv kleine sectoren en Lvvp. De subsidieregeling is op verschillende onderdelen vergelijkbaar met de landelijke opkoopregelingen.

De Rpgb wordt ook wel ‘Maatregel gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties’ (MGB) genoemd.

Doelgroep

De subsidie is bedoeld voor veehouderijbedrijven die geheel of gedeeltelijk willen beëindigen. De veehouderijlocatie moet liggen in minimaal een van de volgende gebieden:

  • Veenweidegebied in de lagere delen van Nederland, die onderhevig zijn aan een peilbesluit en beneden 1 m boven NAP liggen (kustvlakteveen).
  • Beekdalen: zone van 2.500 langs ‘lijnvormige langzaam en snelstromende wateren’.
  • (Overgangsgebieden) Natura 2000: landbouwgrond in Natura 2000-gebieden en in een zone van 2.500 rond een Natura 2000-gebied.

De provincies kunnen in hun subsidieregeling deze gebieden verder inkaderen.

Gedeeltelijk beëindigen

Bedrijven die gedeeltelijk willen beëindigen kunnen ook voor subsidie in aanmerking komen. Met gedeeltelijk beëindiging wordt bedoeld:

  • Het stoppen met houden van één of meer diersoorten op het bedrijf (incl. sloop productiecapaciteit e.d.). Het bedrijf gaat verder met het houden van tenminste een andere, reeds aanwezige, diersoort.
  • De omvang van één diersoort verminderen, bijvoorbeeld om te extensiveren. Op het bedrijf is alleen deze diersoort aanwezig.

Budget

De landelijke overheid stelt een budget van € 140 miljoen beschikbaar voor de provincies. De provincies kunnen dit budget aanvullen tot gezamenlijk maximaal € 700 miljoen.

Doel van de subsidie

Met de subsidie worden vrijwillige beëindigingen van (delen van) veehouderijen gestimuleerd. Deze beëindigingen zijn van belang voor de realisatie van doelen op het gebied van water, natuur en klimaat.

Hoogte van de subsidie

Voor verschillende activiteiten wordt subsidie verleend. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. De subsidiabele kosten bestaan uit:

  • De waarde van de in te leveren varkens-, pluimvee- en/of fosfaatrechten, tot maximaal het aantal rechten dat nodig is voor de te beëindigen diersoort.
  • Het waardeverlies van de productiecapaciteit.
  • De kosten voor sloop en verwijdering van de productiecapaciteit.
  • De legeskosten voor vergunningen en planologische procedures.
  • Advieskosten tot een maximum van € 5.000. De advieskosten kunnen bestaan uit kosten voor een accountant, fiscalist of een erkende BAS-adviseur.

Voorwaarden

Bij een volledige bedrijfsbeëindiging gelden o.a. de volgende voorwaarden:

  • De dierenverblijven, mest- en voeropslagen zijn de afgelopen 5 jaar de hele tijd in gebruik. Korte periodes van leegstand binnen de reguliere bedrijfsvoering, bijvoorbeeld tussen twee rondes, is toegestaan.
  • De betreffende locatie wordt ‘onomkeerbaar’ gesloten. Dit betekent o.a. dat:
    • Niet langer landbouwhuisdieren op de locatie worden gehouden.
    • De productiecapaciteit wordt gesloopt en verwijderd.
    • De dierlijke meststoffen zijn verwijderd.
    • Diverse meldingen/vergunningen (milieu en/of natuur) worden ingetrokken.
    • Een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan (geen veehouderij meer) is ingediend en in behandeling genomen.
  • De minimale ammoniakemissiereductie op de locatie is hoger dan de landelijk vastgestelde drempelwaarde:
    • 250 kg ammoniak per jaar voor bedrijven met melkvee en/of vleesvee, in combinatie met maximaal 25 andere landbouwhuisdieren.
    • 750 kg ammoniak per jaar voor bedrijven met melkvee en/of vleesvee, in combinatie met meer dan 25 andere landbouwhuisdieren.
    • 750 kg ammoniak per jaar voor bedrijven met andere landbouwhuisdieren dan melkvee of vleesvee.
  • Minimaal het hieronder genoemde percentage van het aantal dierrechten, dat nodig is om de betreffende dieren te houden, moet worden ingeleverd.
    • 80% voor varkens- en pluimveerechten.
    • 95% voor fosfaatrechten.
  • Er zijn geen andere afspraken over het sluiten van de veehouderijlocatie.
  • Er is nog geen begin gemaakt met het sluiten van de locatie.
  • Er is geen stikstofruimte uit de vergunning beschikbaar gemaakt voor extern salderen.
  • Indien het bedrijf, na beëindiging van de veehouderij op een locatie, andere activiteiten op die locatie verricht, mag de stikstofemissie niet meer bedragen dan 15% van de oorspronkelijk toegestane stikstofemissie.
  • De veehouder moet, na subsidieverlening, een modelovereenkomst (zie bijlage 1 van de Rpgb) ondertekenen waarin geregeld is dat:
    • Op de locatie geen landbouwhuisdierenmeer worden gehouden. Ook niet door nieuwe gebruikers na een overdracht van de locatie.
    • De veehouder niet op een andere locatie binnen de Europese Unie dezelfde diersoorten gaat houden als op de locatie die met subsidie wordt beëindigd.

Gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging

Bij een gedeeltelijke bedrijfsbeëindigingen gelden vergelijkbare voorwaarden voor de diersoorten die op de locatie worden beëindigd of verminderd. Indien één diersoort wordt verminderd is bijvoorbeeld het slopen en verwijderen van de productiecapaciteit en het inleveren van de dierrechten gebaseerd op de afname van het aantal dieren.

Bij een gedeeltelijke beëindiging moet, na subsidieverlening, de modelovereenkomst, die opgenomen is in bijlage 2 van de Rpgb, worden ondertekend.

Aanvraag op basis van provinciale openstelling

Een aanvraag voor deze subsidieregeling kan worden ingediend op basis van een provinciale subsidieregeling/-openstelling.

In de provinciale regeling worden de verschillende termijnen opgenomen, waarbinnen bepaalde stappen, zoals bijvoorbeeld sloop en verwijdering van de productiecapaciteit, genomen moeten zijn.

Welke provincies gebruik zullen maken van de subsidiemogelijkheid, en wat dan de openstellingsperioden worden, is nog niet bekend.

Meer informatie

Zie voor meer informatie:

Bron: Component Agro

Certificaten

Adviesgesprek? Maak een afspraak of bel ons direct via 0546 549 530 bereikbaar tot 18:00
Roy Langeler staat u graag te woord
Menu
0546 549 530 info@bilanx.nl
Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×