Enkele voorwaarden om in 2025 GLB-subsidies te ontvangen worden gewijzigd. Naast de eerder aangekondigde versoepelingen is de belangrijkste aanscherping is dat op alle veengronden percelen blijvend grasland niet meer omgezet mogen worden. Het is de vraag of deze, voor sommige gebieden ingrijpende voorwaarde, volgens de Europese Commissie wel voldoende is. Tevens zijn enkele wijzigingen van de eco-regeling aangekondigd.

Wijziging conditionaliteiten

Het voldoen aan de conditionaliteiten is een voorwaarde om GLB-subsidies te ontvangen. Reeds eerder zijn, enkele versoepelingen aangekondigd. Zie voor meer informatie hierover onze berichten:

• GLMC 8a: NPA-verplichting vervalt per 2025
• GLMC 9: voorstel voor uitzondering ‘ploegverbod’ grasland in Habitatgebieden

In een Kamerbrief heeft de minister aangegeven dat ze van plan is om nog een aantal wijzigingen door te voeren.

Bescherming veengronden (GLMC 2)

De belangrijkste wijziging betreft aanvullende maatregelen voor de bescherming van veengronden (GLMC 2). Vanaf 2025:

• Moeten percelen blijvend grasland op alle veengronden grasland blijven. Andere teelten zijn dan niet meer toegestaan. De peildatum hiervoor is, naar verwachting, 1 januari 2025.
• Moet op alle veengronden worden voldaan aan het geldende peilbesluit.

Verbod omzetten blijvend grasland

De voorgenomen verplichting om blijvend grasland op alle veengronden kan voor bepaalde bedrijven behoorlijke consequenties hebben. Het is dan immers niet meer toegestaan om een perceel blijvend grasland om te zetten en hierop een ander gewas te telen.

Beoordeling ‘veengrond’ zoals in Meststoffenwet

In de huidige GLB-regeling wordt voor veengronden dezelfde definitie gehanteerd als in de Meststoffenwet. Hierdoor vallen ook ‘hoger’ gelegen veengronden onder het verbod. Of daar per 2025 van wordt afgeweken is nog niet bekend.

Voldoen aan peilbesluit

Op dit moment is de verplichting om te voldoen aan het peilbesluit alleen van toepassing op ‘niet afwaterende gebieden beneden 1 meter boven NAP’. Vanaf 2025 gaat dit gelden op alle veengronden. Praktisch betekent dit geen directe verzwaring aangezien dit, vanuit andere regelgeving, reeds verplicht is.

Voldoende?

De minister geeft aan dat het op dit moment nog onduidelijk is of de voorgestelde maatregelen volgens de Europese Commissie voldoende zijn.

Bufferstroken (GLMC 4 & 10)

Op dit moment is gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen op verplichte bufferstroken (GLMC 4 & 10) verboden. Echter bij de verplichte bestrijding van Wilde haver, Knolcyperus en bepaalde andere invasieve exoten is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen soms noodzakelijk. Vanaf 2025 mogen deze gewasbeschermingsmiddelen voor dat doel ook op de bufferstroken worden gebruikt.

Sociale conditionaliteiten

Vanaf 2025 worden de zogenaamde ‘sociale conditionaliteiten’ aan het GLB toegevoegd. Hierdoor worden GLB-subsidies ook gekoppeld aan naleving van bestaande wet- en regelgeving die betrekking hebben op o.a. arbeidsovereenkomsten en een veilige werkomgeving. Een overtreding van deze regelgeving kan naast een boete dan ook leiden tot een korting op de GLB-subsidies.

Wijzigingen eco-activiteiten

Vanaf 2025 worden, volgende de bovengenoemde Kamerbrief, de volgende wijzigingen in de ecoregeling doorgevoerd:

• De eco-activiteit ‘vroeg ras rooigewas 1 november’ vervalt.
• Twee eco-activiteiten worden toegevoegd:
  o  Tagetes als aaltjesbestrijding
  o  Voedselbos
• Wijzigingen in voorwaarden, punten, waarden en gewassen bij diverse andere eco-activiteiten.

De exacte invulling is nog niet bekend. In de Kamerbrief wordt verwezen naar een advies van de WUR waarin diverse keuzeopties zijn genoemd. Echter in de Kamerbrief is niet vermeld welke keuzes worden gemaakt.

Regeling volgt

Naar verwachting wordt in oktober een wijziging van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 gepubliceerd, met daarin de definitieve wijzigingen voor 2025.

Bron: Component Agro