Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordHome » Whitepaper »
Hoe moet het werkelijke rendement in box 3 van een personeelslening berekend worden als de rente op die lening onzakelijk laag is?
Als een werknemer geld leent van zijn werkgever, moet de werkgever in principe een zakelijke rente berekenen. Een zakelijke rente is een rente die op het moment van aangaan van de leningsovereenkomst marktconform is. Berekent de werkgever een lagere rente, dan heeft de werknemer een rentevoordeel dat belast is als loon uit de dienstbetrekking.
Let op! De werkgever kan ervoor kiezen om een rentevoordeel van een werknemer aan te wijzen in de vrije ruimte. De werkgever neemt dan belasting voor zijn rekening. Indien en voor zover op jaarbasis de vrije ruimte wordt overschreden betaalt de werkgever 80% eindheffing. Aanwijzen in de vrije ruimte mag niet als het rentevoordeel betrekking heeft op een lening voor een eigen woning waarvan de rente aftrekbaar is in de inkomstenbelasting.
Als de personeelslening tot box 3 behoort, ontstaat de vraag hoe in dat geval het werkelijke rendement in box 3 voor de tegenbewijsregeling moet worden berekend. De Belastingdienst geeft aan dat de werknemer zowel de daadwerkelijk betaalde rente als het rentevoordeel als negatief rendement in aanmerking kan nemen bij de bepaling van het totale werkelijke rendement in box 3.
We nodigen u graag uit om kennis te maken. Wij zijn altijd geïnteresseerd in de verhalen van de ondernemer en denken graag met u mee. Een kennismakingsgesprek en de kop koffie zijn bij ons altijd gratis. Vaak kunnen we uw eerste vragen direct beantwoorden.
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!