Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Particulieren verhuren in toenemende mate kamers of een deel van hun woning, bijvoorbeeld via Airbnb, aan toeristen. Zijn de verhuurinkomsten hiervan belast? De staatssecretaris vindt van wel, de rechter van niet.
Onlangs kwam een zaak voor de rechter waarbij een echtpaar een deel van hun woning, een tuinhuis dat bij de woning hoorde, een aantal dagen in het jaar aan toeristen had verhuurd. De inkomsten, ruim € 3.500, had het echtpaar niet aangegeven.
De inspecteur vond dat de inkomsten belast waren en vorderde na. Hij deed dit over een bedrag van 70% van de huuropbrengst, volgens wetsartikel 3.113 wet IB dat de tijdelijke verhuur van de eigen woning regelt.
Het echtpaar stapte naar de rechter en stelde dat het wetsartikel inkomsten uit tijdelijke verhuur van een deel van de woning niet belastbaar stelt. Naar hun mening geldt het artikel slechts bij tijdelijke verhuur van de gehele woning. De rechter ging hierin mee en stelde dat de wetsgeschiedenis aangaf dat het ook zo bedoeld was.
De zaak leidde tot Kamervragen. In antwoord hierop gaf de staatssecretaris aan het niet met de uitspraak van de rechter eens te zijn. Volgens hem zijn ook inkomsten uit tijdelijke verhuur van een deel van de eigen woning belast. De fiscus gaat dan ook in hoger beroep tegen de uitspraak.
Particulieren die een deel van hun woning tijdelijk verhuren aan bijvoorbeeld toeristen, kunnen deze inkomsten aangeven en vervolgens in bezwaar gaan tegen hun eigen aangifte. Waarschijnlijk houdt de fiscus dergelijke bezwaren aan totdat de Hoge Raad uiteindelijk over de zaak beslist heeft. Dit kan nog wel een paar jaar duren.
Let op! De kamerverhuurvrijstelling van € 5.246 is in deze situaties in ieder geval niet van toepassing. De kamerverhuurvrijstelling is bedoeld voor andere gevallen dan korte verhuur. Voorwaarde voor deze vrijstelling is dan ook dat de huurder op het woonadres staat ingeschreven, wat bij toeristen niet het geval is.
Heeft u vragen over de belastbaarheid van inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning, neem dan contact met ons op.
We nodigen u graag uit om kennis te maken. Wij zijn altijd geïnteresseerd in de verhalen van de ondernemer en denken graag met u mee. Een kennismakingsgesprek en de kop koffie zijn bij ons altijd gratis. Vaak kunnen we uw eerste vragen direct beantwoorden.
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!