Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Bedrijven kunnen de Gecombineerde opgave 2024 (GO) t/m 15 mei indienen. Dit is ook de uiterste datum voor het aanmelden van GLB-subsidies en het opgeven van eco-activiteiten. Voor dit jaar zijn veel vragen vervallen en enkele nieuwe vragen toegevoegd. De oppervlakte ‘Mest’ wordt nu automatisch gecorrigeerd voor de bufferstroken. De versoepeling voor GLMC 8 (NPA) is niet nog verwerkt de in de GO. In dit bericht gaan we in op enkele algemene zaken en vervolgens op de wijzigingen t.o.v. de GO 2023.
De indieningsperiode voor de Gecombineerde opgave loopt t/m 15 mei 2024. Vanaf 2023 is een kortingsperiode niet meer van toepassing. Met de GO moeten bedrijven (perceels)gegevens opgeven t.a.v. onder andere de Landbouwtelling, de ‘Meststoffenwet’ en het ‘GLB’.
Op de site van RVO staat hoe een bedrijf zich kan voorbereiden op het invullen van de GO 2024.
In de GO 2024 kan een bedrijf zich voor de volgende subsidies aanmelden:
Om voor bovengenoemde subsidies (m.u.v. ‘Diergezondheidsfonds’) in aanmerking te komen, moet het bedrijf voldoen aan de definitie van ‘actief landbouwer’.
In de GO zijn nieuwe vragen opgenomen en enkele wijzigingen doorgevoerd t.a.v. de GO 2023. Naast enkele detailaanpassingen gaat het om:
Zie ook de site van RVO: ‘Veranderingen Gecombineerde opgave 2024’.
Bij het onderdeel ‘Bedrijfsvoering’ worden geen vragen meer gesteld over o.a. de bedrijfsopvolging, de dagelijkse leiding, een managementsysteem en het veiligheidsplan. Daarnaast worden bij meewerkende familie en andere personen alleen het aantal personen gevraagd en niet meer de uitsplitsing naar ‘Aantallen mannen’ en ‘Aantallen vrouwen’.
In de GO 2024 zijn enkele nieuwe vragen opgenomen. Daarnaast zijn veel vragen vervallen.
In de GO 2024 moet u, indien van toepassing, vragen beantwoorden over:
Veel vragen zijn vervallen, waaronder de vragen voor de ‘Europese landbouwtelling’. O.a. binnen de volgende onderwerpen worden dit jaar geen vragen gesteld.
Over o.a. de volgende onderwerpen worden ook dit jaar vragen gesteld: beweiding, mestbehandeling en –verwerking, huisvesting en staltype.
Rundveebedrijven moeten aangeven of in 2023 stalstrooisel is gebruikt. Zo ja, dan moet ook het soort stalstrooisel worden opgegeven, zoals bijvoorbeeld zaagsel, zand, dikke fractie van gescheiden mest e.d..
Bij het onderdeel ‘Grond’ moet aangegeven worden hoe het bedrijf op bedrijfsniveau invulling geeft aan GLMC 8 NPA. Hierbij gelden de volgende keuzes:
Als een bedrijf niet is vrijgesteld, moet bij de percelen worden aangegeven welke percelen ingezet worden als NPA.
In 2024 is het toegestaan om de eis ‘4% van het bouwland inrichten als NPA’ in te vullen met of een combinatie van:
Bij de teelt van stikstofbindende gewassen en vanggewassen mogen geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
RVO geeft aan dat deze nieuwe invulling vanaf eind april in de GO opgegeven kan worden. Tot die tijd moet in deze gevallen de volgende optie worden gekozen: ‘Ik laat minimaal 3% van mijn bouwland niet-productief. Dit vul ik aan tot 7% met stikstofbindende gewassen’.
Binnen het onderdeel perceelsgegevens zijn onderstaande wijzigingen doorgevoerd.
De oppervlakte ‘Mest’ wordt nu automatisch gecorrigeerd voor de oppervlakte van de verplichte bufferstroken.
Als een bedrijf het niet eens is met de bufferstrook, dan kan de oppervlakte ‘mest’ worden aangepast. In de GO moet vervolgens de reden worden opgeven. Hierbij gelden de volgende keuzes:
Als een bedrijf het niet eens is met de breedte van een bufferstrook omdat het type waterloop niet juist is, dan is het verstandig om het juiste type waterloop ook in ‘Mijn percelen’ op te geven.
Ook kan in ‘Mijn percelen’ worden aangeven dat er sprake is van een flauw talud.
De opgave van bomen, die ingezet worden als NPA, is gewijzigd.
Daarnaast moet het bedrijf bij sloten aangegeven of het een sloot betreft die ‘grenst aan beheerde akkerrand of natuurvriendelijke oever’. Als dit van toepassing is geldt voor deze sloot, in het kader van NPA, een weegfactor van 2. Voor andere sloten geldt een weegfactor van 1.
Voor de eco-regeling moet het bedrijf, bij percelen met een bepaalde eco-activiteit, aangeven of gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. En zo ja of dit dan geldt voor max. 10% van het perceel of het gehele perceel).
Dit is van toepassing bij de eco-activiteiten ‘Groenbedekking’, ‘Langjarig grasland’, ‘Biologische bestrijding’ en ‘Precisiegewasbescherming’.
De eco-activiteit ‘Weidegang’ moet als bedrijfssysteem in het begin van de GO worden opgegeven. Hierbij gelden de keuzes:
Binnen de GO moeten voor- en nateelten (o.a. vanggewassen) opgegeven worden. Daarnaast moet soms een inzaaiperiode worden opgegeven (bijv. bij de teelt van een verplicht vanggewas na mais).
In het kader van de ‘Stimuleringsregeling vanggewas’ voor zand- en lössgrond moet een bedrijf een keuze invullen bij de percelen:
In de perceelsregistratie en in de GO zijn bij verschillende onderdelen diverse controles ingebouwd. Daarnaast worden diverse overzichten getoond, zoals bijvoorbeeld een overzicht van:
In de GO is een nieuw overzicht opgenomen van percelen die liggen in een ‘nutriënten verontreinigd gebied’ (NV-gebied).
Bij de ecoregeling is geen rekening gehouden met de versoepeling van GLMC 8. Het is denkbaar dat bij stikstofbindende gewassen, die ingezet worden voor GLMC 8 én als eco-activiteit, uiteindelijk de waarde niet meetelt binnen de ecoregeling. Dit is echter nog niet vastgesteld. De uitkomst van de ecoregeling houdt hier geen rekening mee.
Bij het ondertekenen en versturen van de GO hoeft alleen aangegeven te worden dat de opgave verstuurd moet worden. Ondertekenen met eHerkenning of TAN-codes is niet nodig.
Het belang van een juiste en tijdige indiening van de GO is groot. Zeker als het bedrijf in aanmerking wil komen voor GLB-subsidies.
Bij de opgave van eco-activiteiten is het advies om deze ‘ruim’ op te geven. Een bedrijf kan na 15 mei immers geen eco-activiteiten meer toevoegen. Wel is verplicht de eco-activiteiten, die niet worden toegepast, in te trekken wanneer dit duidelijk is.
De indiener kan de controles en overzichten in de GO gebruiken om de invulling van de GO te controleren op juistheid en volledigheid. Wel blijft van belang de conclusies uit de overzichten te controleren. De feitelijke situatie is uiteindelijk leidend.
Zie voor meer informatie:
Bron: Component Agro
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!