Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Die vraag speelde in een recente rechtszaak. Het ging om een medewerker van een bedrijf van wie de belastingdienst over drie jaren de rittenregistratie controleerde. Met die rittenregistraties wilde deze medewerker de bijtelling over zijn auto van de zaak voorkomen. In elk van de jaren was er echter ook tussen de 2.700 en 4.200 km gereden voor vakantieritten.
Voor deze vakantieritten was er een huurovereenkomst gemaakt tussen de medewerker en het bedrijf. Hij betaalde jaarlijks tussen de € 450 en € 1.150 aan huur voor de auto. De belastingdienst merkte deze auto echter voor het hele jaar aan als auto van de zaak. Dat leidde tot een bijtelling over het hele jaar. Wel mocht de betaalde huurvergoeding als bijdrage voor privégebruik worden afgetrokken.
In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de naheffingen in stand moesten blijven. De gereden vakantiekilometers waren privékilometers met de auto van de zaak. Het “huren” van de auto maakt dat niet anders.
Bron: Auto en Fiscus
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!