Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordDit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
Bedrijven kunnen van 18 mei t/m 15 juni een voorschot aanvragen voor de uitbetaling van de basis- en vergroeningspremie. Het voorschot betreft € 300 per betalingsrecht, uitgezonderd betalingsrechten uit de Nationale reserve. De uitbetaling start 1 juli. Het rentevoordeel wat door dit voorschot wordt ‘genoten’ valt onder de ‘de-minimissteun’.
Onlangs is een wijziging van de ‘Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB’ gepubliceerd met daarin de mogelijkheid (onderdeel B) om een voorschot op de basis- en vergroeningspremie aan te vragen. Er wordt geen voorschot verleend op andere subsidies die met de Gecombineerde opgave zijn aangevraagd.
Voor de uitbetaling van een voorschot komen alleen de betalingsrechten in aanmerking, die op 15 mei 2020 op het bedrijf aanwezig zijn en waarvoor uitbetaling is aangevraagd. Voor aangevraagde betalingsrechten uit de Nationale reserve wordt geen voorschot betaald.
Het aangevraagde voorschot wordt alleen uitbetaald wanneer het bedrag € 400 of hoger is.
Het voorschot wordt verlaagd met eventueel openstaande vorderingen.
Aanvragen kan vanaf 18 mei t/m 15 juni via mijn.rvo.nl.
Het vervroegd uitbetalen van een deel van de bedrijfstoeslag betekent voor de desbetreffende bedrijven een rentevoordeel. Dit rentevoordeel is een vorm van ‘staatssteun’ en valt onder de zogenaamde ‘de-minimissteun’. Dit houdt in, dat dit financiële voordeel alleen behouden mag worden, indien bedrijven onder de ‘de-minimisgrens’ blijven.
De aanvrager moet om deze reden bij de aanvraag verklaren te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun. Dit houdt in, dat in periode van drie belastingjaren niet meer dan € 20.000 aan de-minimissteun is ontvangen (incl. het berekende rentevoordeel van het voorschot).
RVO geeft op haar site aan dat zij rekenen met een rentepercentage van 4% dat voor 6 maanden wordt genoten. Het rentevoordeel dat ontstaat door het voorschot bedraagt daarmee € 6 per ha (€ 300 x 4% x 0,5).
Diverse ‘kleine’ subsidieregelingen vallen onder de de-minimissteun. Dit geldt ook voor regelingen van lokale overheden. Belangrijk is daarom om na te gaan of een bedrijf de afgelopen jaren eerder de-minimissteun heeft ontvangen. Er is geen lijst beschikbaar van regelingen die hieronder vallen, maar voor iedere regeling die hieronder valt geldt, dat een ‘de-minimisverklaring’ ondertekend moet zijn.
Vanaf december wordt gestart met de definitieve uitbetaling van de basis- en vergroeningspremie. Het reeds uitbetaalde voorschot wordt verrekend met de uiteindelijke uitbetaling. Indien het reeds uitbetaalde voorschot hoger is dan de uiteindelijke uitbetaling zal RVO het verschil terugvorderen. Dit kan bijvoorbeeld spelen op bedrijven die (volledig) gekort worden op de vergroeningspremie of indien een deel van de oppervlakte na controle als niet-subsidiabel wordt gezien.
Zie voor meer informatie site van RVO.
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!