Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door de tracking cookies te accepteren, wordt u herkend. Zo kunnen we onze website afstemmen op uw persoonlijke voorkeuren en kunnen we u relevante informatie en advertenties laten zien, binnen en buiten onze website. Voor meer informatie kunt u kijken bij ons cookie- en privacybeleid.
Ik ga akkoordHome »
Dit bericht is langer dan 12 maanden geleden gepubliceerd, de informatie die u leest kan verouderd zijn, bezoek ons Actueel gedeelte voor recentere ontwikkelingen.
De Algemene Rekenkamer is kritisch op de landbouwvrijstelling. Dit orgaan stelt voor de regeling op te heffen of op zijn minst aan te passen. LTO Nederland vindt dat de rekenkamer hiermee onnodig onrust creëert over een belangrijke fiscale regeling voor de land- en tuinbouw.
De landbouwvrijstelling is een fiscale regeling. Op grond van de landbouwvrijstelling blijft de door een landbouwer gerealiseerde winst op landbouwgrond onbelast, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze regeling bestaat sinds 1918 en staat de laatste decennia vaker ter discussie.
In het onderzoek constateert de Algemene Rekenkamer dat de landbouwvrijstelling sinds een wijziging van de inkomstenbelasting in 2001 geen doel meer dient, geen probleem oplost en daarmee niet of nauwelijks bijdraagt aan verduurzaming van de landbouw. De Algemene Rekenkamer vindt dat de landbouwvrijstelling in deze vorm het beste kan worden afgeschaft, omdat er geen onderbouwing is van nut en noodzaak van de landbouwvrijstelling en omdat er alternatieven zijn.
Het gevolg van de voortzetting van de landbouwvrijstelling is volgens de rekenkamer een fiscaal ongelijke behandeling van grondeigenaren-verpachters en grondeigenaren-landbouwers voor wat betreft de waardeverandering van hun (landbouw)gronden.
De rekenkamer vindt dat minister Carola Schouten van LNV de wenselijkheid van de landbouwvrijstelling onvoldoende heeft onderbouwd. De rijksbegrotingsvoorschriften stellen dat de regeling hierdoor kan worden aangepast of afgeschaft. Er kan onder meer worden gekeken of niet-fiscale alternatieven voor de landbouwvrijstelling wenselijker zijn.
Verder raadt de rekenkamer aan om, bij een eventuele afschaffing van de regeling door aanvullend onderzoek, in kaart te brengen welke gevolgen zijn te verwachten voor de financiering van bedrijfsoverdrachten binnen de familiesfeer en voor de mobiliteit van landbouwgrond. Afschaffing kan worden gekoppeld aan een overgangsregeling.
LTO vindt dat de rekenkamer voor onzekerheid zorgt en dat is contraproductief voor het versterken van het verdienvermogen van boeren en tuinders. De belangenbehartiger waarschuwt de politiek om versobering of afschaffing van de landbouwvrijstelling, zoals wordt bepleit door de Algemene Rekenkamer, niet in de kabinetsformatie op de agenda te zetten.
De landbouwvrijstelling is een fiscale faciliteit waar agrarisch ondernemers belangrijke beslissingen en grote toekomstige investeringen op baseren. Zoals bijvoorbeeld bedrijfsbeëindiging, bedrijfsoverdracht of aankoop van landbouwgrond. ‘De landbouwvrijstelling draagt daarmee bij aan een gezond en duurzaam toekomstperspectief van huidige en toekomstige generaties boeren en tuinders’, zegt Eric Douma, LTO-portefeuillehouder Ondernemerschap en Onderwijs.
De rekenkamer vindt dat de vrijstelling kan worden afgeschaft. Volgens LTO zet het onderzoek daarmee de deur naar versobering of afschaffing weer open. Dat gaat volgens de organisatie voor onnodige onrust bij boeren en tuinders zorgen.
‘Juist in deze tijd, waarin boeren en tuinders een helder en concreet toekomstperspectief nodig hebben op weg naar een toekomstbestendige en duurzame landbouw, is de landbouwvrijstelling een gericht en passend instrument’, stelt Douma. ‘Versobering of afschaffing is voor LTO daarom onbespreekbaar.’
Minister Schouten erkent in haar reactie dat het oorspronkelijke doel van de landbouwvrijstelling is vervallen. Ze wijst vervolgens op de reeds geplande evaluatie van de vrijstelling in 2022. Ze geeft aan dat ze deze evaluatie wil gebruiken om te onderzoeken of, en zo ja welke bijdrage de landbouwvrijstelling levert aan de bredere beleidsdoelen van het ministerie van LNV. Haar beleidsopvolger zal zich hierover buigen. Schouten vindt niet dat voortzetting van de landbouwvrijstelling een fiscale ongelijkheid veroorzaakt.
De Algemene Rekenkamer is een onafhankelijk orgaan dat controleert of de uitgaven van de Nederlandse rijksoverheid rechtmatig en doelmatig zijn. In het kader van het verantwoordingsonderzoek heeft de rekenkamer gekeken naar het jaarverslag 2020 en de bedrijfsvoering van het ministerie van LNV en het Diergezondheidsfonds. Daarbij is onder meer de landbouwvrijstellingsregeling onderzocht.
Bron: Nieuwe Oogst
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!